Machiel Lock
Hartelijk welkom op mijn blog! Alle artikelen op deze blog zijn door mij geschreven. Het doel van mijn blog is u in kennis te stellen van (mijn visie op) thema's die mij persoonlijk raken.
zondag 4 mei 2025
Preek over Johannes 15:17
vrijdag 31 januari 2025
De profetes Anna als een voorbeeld voor ons
Lukas 2:36-38 (HSV)
36 Ook Anna was er, een profetes, een dochter van Fanuel, uit de stam van Aser. Zij was op hoge leeftijd gekomen en had na haar meisjesjaren zeven jaar met haar man geleefd.
37 En zij was een weduwe van ongeveer vierentachtig jaar, die de tempel niet verliet en met vasten en bidden God nacht en dag diende.
38 En zij kwam er op dat moment bij staan en beleed eveneens de Heere, en zij sprak over Hem tot allen die de verlossing in Jeruzalem verwachtten.
Als thema heb ik boven de meditatie geschreven: "De profetes Anna als een voorbeeld voor ons".
Ruim een maand geleden vierden we Kerst. We mochten toen stilstaan bij de geboorte van Jezus. Jezus is Gods Zoon. Het bovenstaande Bijbelgedeelte speelt zich af vlak na de geboorte van Jezus.
Overmorgen is het 2 februari. Dat zult u weten. Het is dan 39 dagen na Eerste Kerstdag. En het is dan de 40e dag na de kerstnacht. In de Rooms-Katholieke Kerk wordt jaarlijks op 2 februari het feest van Maria-Lichtmis gevierd. Maria-Lichtmis is het laatste feest dat verband houdt met Kerst. Na Kerst wordt er op 6 januari Driekoningen gevierd. Driekoningen is het feest waarop herdacht wordt dat de wijzen uit het oosten het Kindje Jezus aanbidden.
Maar op 2 februari viert de Rooms-Katholieke Kerk dus het feest van Maria-Lichtmis. Maria-Lichtmis is een feest van licht op het einde van de donkere wintermaanden. Het centrale thema op Maria-Lichtmis is de openbaring van Christus als “het Licht, dat voor alle volken straalt”. Maria is de moeder van Jezus. Maria wordt gezien als de draagster van het goddelijke Licht Christus.
Ieder joods jongetje moest aan God worden opgedragen. Hieraan gekoppeld vond ook de rituele reiniging van de moeder plaats. Een vrouw die gebaard had, was cultisch onrein. Dat kwam doordat zij met bloed in aanraking was gekomen. In Leviticus 12:6-8 staat:
6 Wanneer de dagen van haar reiniging voor een zoon of een dochter voorbij zijn, moet zij een lam van een jaar oud als brandoffer en een jonge duif of tortelduif als zondoffer bij de priester brengen, bij de ingang van de tent van ontmoeting.
7 Die moet het voor het aangezicht van de HEERE aanbieden, en verzoening voor haar doen. Dan is zij rein van haar bloedvloeiing. Dit is de wet voor haar die een jongetje of meisje baart.
8 Maar als haar vermogen niet toereikend is voor een lam, dan mag zij twee tortelduiven of twee jonge duiven nemen, één als brandoffer en één als zondoffer. Zo zal de priester verzoening voor haar doen en is zij rein.
Jozef en Maria treffen in de tempel een man met de naam Simeon. Deze rechtvaardige en godvrezende man heeft een openbaring van God ontvangen. In deze openbaring is hem beloofd dat hij niet zou sterven voordat hij met zijn eigen ogen de Messias heeft gezien. Deze belofte komt uit. Simeon ziet de veertig dagen oude Jezus. Simeon beseft dat de belofte werkelijkheid is geworden. Hij zingt vervolgens een lofzang. Jozef en Maria treffen in de tempel ook een vrouw met de naam Anna. Anna is een voorbeeldige vrouw.
Wij zijn protestants. En toch, het is passend om overmorgen, zondag 2 februari, een gedeelte uit de Bijbel te lezen dat zich 40 dagen na Kerst afspeelt. Want een dag later, maandag 3 februari, is het 40 dagen geleden dat het Eerste Kerstdag was.
In Lukas 2:36-38 lezen we over een vrouw met de naam Anna. Maar over welke Anna hebben we het dan? Volgens de rooms-katholieke traditie droeg de moeder van Maria de naam Anna. Deze Anna zou dus de oma van Jezus zijn. Maar dat is een andere Anna dan waarover het gaat in Lukas 2. Wie is de Anna waarover we zojuist hebben gelezen?
Deze Anna wordt in de Nieuwe Bijbelvertaling Hanna genoemd. Maar in andere vertalingen wordt ze Anna genoemd, zonder H dus. Bijvoorbeeld in de vertaling waaruit wij in de kerk lezen, de Herziene Statenvertaling. En ik vermoed dat hier de meeste mensen haar onder de naam Anna zullen kennen. Daarom noem ik haar Anna. Dat neemt niet weg dat Hanna ook een goede weergave van haar naam is. De naam Anna betekent “genade”, maar daar schrijft Lukas niet over.
Jozef en Maria, ze dragen hun Kind Jezus op in de tempel. De wet van Mozes kende allerlei voorschriften. Zodra een vrouw een zoon mocht ontvangen, dan moest ze veertig dagen later naar de tempel gaan. Deze vrouw moest in de tempel een reinigingsoffer laten brengen. Dat offer moest in principe bestaan uit een lam en een duif. Maar wie geen lam kon betalen, die mocht twee duiven laten offeren. In plaats van een lam en een duif dus twee duiven. Jozef en Maria behoorden tot die laatste categorie. Ze lieten dus twee duiven offeren door de priester. Daarna was Maria weer rein verklaard. Jozef en Maria ontmoeten in de tempel de oudgedienden Simeon en Anna. Simeon en Anna zien uit naar de vertroosting en verlossing van Israël.
Simeon sterft daarna al snel. Maar Simeon kan dit leven in vrede verlaten. Want hij heeft in Jezus de verlossing voor de mensheid gezien. Simeon zou niet sterven voordat hij de Messias Jezus met zijn eigen ogen heeft kunnen zien. Zo is het dus ook gebeurd. Hij heeft nog voordat hij stierf, het Kindje Jezus gezien. Simeon wordt vervuld met de Heilige Geest. Hij zingt het uit dat Jezus een Licht is dat geopenbaard wordt aan de heidenen. Dit geeft aan dat elke nationaliteit mag delen in de verlossing in Jezus. Het verlossingswerk van Jezus is toereikend voor de gehele wereld.
Simeon en ook Anna behoren tot de kring van de mensen vol verwachting. En dan bedoel ik: verwachting op een goede manier. Simeon en Anna verwachten “verlossing”, namelijk “verlossing” van de zonden. Het woord “verlossing” werd ook gebruikt door de priester Zacharias. Zacharias, Simeon en Anna, alle drie verwachten zij deze verlossing in Jeruzalem. Jeruzalem is de hoofdstad van Israël. Het is de stad waar de tempel staat. Het beslissende moment van de verlossing heeft zich inderdaad bij Jeruzalem voltrokken. Want Jezus is bij Jeruzalem gestorven en opgestaan. En ook is de Heilige Geest tijdens het Pinksterfeest uitgestort in Jeruzalem. Anna spreekt over Jezus, en dat doet ze tot allen die vol verwachting wachten op de verlossing in Jeruzalem. De gelovigen in Israël verwachten Gods verlossende daad. Gods verlossende daad komt tot bloei in de komst van Jezus op aarde.
Lukas schrijft dat Anna een profetes is. Waarschijnlijk bedoelt Lukas hiermee dat Anna iemand is die veel kennis heeft van de Bijbel, en dat ze andere mensen onderwijs geeft vanuit de Bijbel. Anna is een dochter van Fanuël. Ze komt uit de stam Aser. Aser was één van de tien noordelijke stammen van Israël. Anna is al erg oud. Ze is hoogbejaard. Anna is maar 7 jaar getrouwd geweest. In het oude oosten vond men het normaal om al op 13e of 14e jarige leeftijd te trouwen. Als Anna dat ook gedaan heeft, dan zou ze met begin 20 al weduwe zijn geworden. Ze blijft de rest van haar leven weduwe.
En inmiddels is Anna al 84 jaar weduwe. Dat betekent dat ze dus nu waarschijnlijk zo’n 105 jaar oud is. Zij heeft dus sowieso niet lang meer te leven. En hoe oud bent u zelf? Hoe oud bent jij? Die vraag kun je gemakkelijk beantwoorden. Elke dag die we hier op aarde krijgen, is genadetijd. Dat is tijd om te leven tot Gods eer. De Bijbel leert het ons: ieder mens moet eenmaal sterven, en daarna volgt voor hem of haar het oordeel. Beste lezer, leer van Anna. Zij bereidt zich voor op het moment dat ze voor Gods rechterstoel moet verschijnen.
We lezen dat Anna altijd in de tempel is. En dat ze daar God dag en nacht dient door te vasten en te bidden. Dat Anna “de tempel nooit verliet”, moet je niet denken dat ze in de tempel sliep. En toch, het leven van Anna wordt wel bepaald door vrome godsdienst.
Anna is dag en nacht aan het bidden. Hierin dient zij God op een oprechte manier. Anna is daarin anders dan veel Farizeeën. Die Farizeeën vasten vaak en doen lange gebeden, maar zij dienen alleen zichzelf in hun eigen hoogmoed. Ze willen door andere mensen gezien worden. Zo van: kijk eens hoe goed ik ben. En dan met de nadruk op “ik”. Maar zo is Anna niet. Gemeente, bidden hoort ook ons leven te stempelen. Maar vasten, dat is niet verplicht voor ons. Vasten is dat je een langere periode weinig eet of dat je een periode helemaal niet eet. Maar bidden, dat hoort sowieso wel bij ons geloofsleven. Als het goed is, vragen wij elke dag de Heere om de leiding van Zijn Geest in ons leven. En als het goed is, danken wij God dagelijks voor alles wat Hij ons geeft.
Als ik de beschrijving over Anna op me laat inwerken, dan realiseer ik me dat zij een voorbeeldige vrouw is. Anna diende God door dag en nacht te vasten en te bidden. En ze ging blijkbaar graag naar de tempel. Uit dit gegeven mogen we wel een toepassing maken. Gaat u, ga jij en ga ik graag naar kerk? Als je het liefste elke zondag naar de kerk gaat, dan lijk je wel op Anna.
Maar het kan gebeuren dat je geloofsleven verflauwt. En dat je niet graag meer een kerkdienst bijwoont. Het is op z’n zachtst gezegd heel jammer als zoiets gebeurt. Het kan zijn dat er dingen in je leven gebeuren die je niet begrijpt. En dat je je dan gaat afvragen of God wel bestaat. Je zou dan kunnen denken: als God bestaat, dan had ik toch wel een beter leven gehad dan nu. Dat is een menselijke gedachte. Gelukkig weten we vanuit de Bijbel dat God onze moeiten ziet. De psalmist belijdt tot God, citaat uit Psalm 10:14: “U aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in Uw hand geeft; op U verlaat de arme zich, U bent geweest een Helper van de wees.”
Ja, ik ben ervan overtuigd: de Heere weet wat het beste voor ons is. Ik weet zeker dat Anna dat ook zo beleefd heeft. De evangelist Lukas schrijft immers dat Anna elke dag God diende. En dat Anna hulde bracht aan God. De evangelist Lukas zal niet voor niets vermelden dat Anna al 84 jaar weduwe is.
Misschien zijn er wel lezers die hun man of die hun vrouw hebben verloren. Wat een intens verdriet geeft dat. Pasgeleden zag ik een filmpje waarin een dominee aan het woord kwam. Deze dominee is weduwnaar. Zijn vrouw is een paar jaar geleden overleden. Hij zei: “Vooral zondags, als ik die dag gepreekt heb, dan mis ik mijn vrouw in het bijzonder, en dan ervaar ik: mijn klankbord is weg. Ik kan de diensten waarin ik ben voorgegaan, niet meer bespreken met mijn vrouw.” Ja, veel weduwnaars en veel weduwen zullen ervaren dat hun klankbord weg is. Dat degene met wie ze lief en leed hebben gedeeld, dat die er niet meer is.
De evangelist Lukas vermeldt niet dat Anna verdrietig is om het overlijden van haar man. Maar ik vermoed dat ook Anna verdriet gehad heeft vanwege het overlijden van haar man. En toch: Anna blijft God dienen. En ze blijft de Heere loven. Zeker als je veel pijn hebt, dan kun je veel van Anna leren. Maar natuurlijk kan uiteindelijk iedereen wel van Anna leren. Anna bad dagelijks tot God.
Wij hebben de kracht van de Heilige Geest nodig om op God te blijven vertrouwen. De Heilige Geest wil Zijn kracht geven aan ons. Hij doet dat op het gebed. Als het onze zorg is dat we nog zo weinig op God vertrouwen, dan komt God ons tegemoet. De apostel Paulus schrijft aan de Filippenzen, citaat uit Filippenzen 4:6-7: “Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus. De vrede van God gaat alle begrip te boven.”
Heb uw eigen welzijn op het oog. Maar heb niet minder het welzijn van uw medemensen op het oog. Natuurlijk kun je niet de gehele wereld op je nek nemen, maar toch: help de ander, daar waar dat mogelijk is. En breng andere mensen geen schade toe. Heb God lief boven alles en heb het welzijn van uw medemens op het oog. Dan laat u blijken dat u een volgeling van Jezus bent. Dan laat u blijken dat er Eén is Die werkelijk alle lof en eer waard is, en dat is de Heere God, want Zijn Zoon Jezus is de Zaligmaker.
Gods Zoon brengt ons in de eerste plaats vrede tussen God en ons. De apostel Paulus schrijft het in Romeinen 5, citaten uit de verzen 1, 6 en 8:
“Wij dan gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus. Op het moment dat wij nog krachteloos waren, is Christus op de bestemde tijd voor goddelozen gestorven. God bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren.”
Ja, het bloed van Jezus Christus, dat bloed reinigt ons van alle zonde. Het bloed van Jezus Christus maakt u dus schoon van al uw fouten.
Daarmee bevestigt God Zijn liefde aan u, aan jou en aan mij. Je krijgt iets van Hem wat je niet had verdiend. Namelijk vergeving van je schuld. Als je dat beseft, dat de Heere God jou het allergrootste cadeau geeft, dan ga je de Heere God loven. Want de Heere God maakt je vrij van de macht van de zonde. En de Heere God schenkt jou het eeuwige leven. Dit wetend, dat geeft je moed om je pelgrimstocht hier op aarde voort te zetten. Neem daarin Anna als voorbeeld. Door God elke dag te dienen. Houd daarom elke dag de lofzang tot Gods eer gaande. In welke omstandigheden u zich dan ook bevindt. Want als u God blijft dienen, uw hele leven lang, dan gaat u als een gezegend mens door het leven. En dan laat u de mensen in uw omgeving blijken: bij God is verlossing. Deze verlossing houdt nooit op. De verlossing die God ons geeft, die verlossing biedt ons werkelijk alleen positief toekomstperspectief.
Machiel Lock, 31 januari 2025
zondag 15 december 2024
De maagdelijke geboorte van Jezus Christus
woensdag 4 oktober 2023
Inleiding over Genesis 15
Geschreven door Machiel Lock. Voor mannenvereniging, dinsdagavond 3 oktober 2023.
Broeders,
In vers 18 van Genesis 15 hebben we gelezen dat de HEERE een verbond sloot met Abram. De HEERE zei tegen hem: “Uw zaad [zaad: nageslacht] heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af tot aan de grote rivier, de rivier Frath [Frath: Eufraat],” [en vervolgens worden er 10 volken genoemd]. Waar denken we aan bij het woord “verbond”? De dikke Van Dale geeft twee betekenissen van het woord “verbond”: 1) plechtige overeenkomst, vooral tussen twee of meer landen; 2) groep mensen die samen voor een doel werken = bond.
In Genesis 15 heeft verbond met name de betekenis van nr. 1. Het is een plechtige overeenkomst. In dit geval gaat het initiatief van de HEERE uit. Hij sluit een verbond met Abram. Een verbond heeft iets vriendschappelijks in zich. Wat is het tegenovergestelde van een verbond? Ik weet niet of daar een woord voor bestaat, maar het woord “conflict” komt er wel bij in de buurt.
We zien diverse conflicten in de wereld om ons heen. De kranten staan nog elke dag vol met nieuws over oorlogen. Misschien zitten we zelf ook wel in conflict met een ander. Hoe komen we uit een conflict? Hoe kunnen we sowieso bijdragen aan een waardige samenleving? Ik denk in de eerste plaats door de weg van de zelfverloochening te gaan. Dat is de weg achter de Heiland, Christus, aan. Dat betekent luisteren naar de stem van Jezus Christus. Maar ook in het Oude Testament staan leerzame lessen voor ons.
We hebben in Genesis 15 twee visioenen van de HEERE gelezen. De beide visioenen zijn gericht aan Abram. In de beide visioenen wordt Abram door de HEERE bemoedigd. De HEERE zegt tegen Abram: “Ik ben u een Schild”. God belooft aan Abram dat die een groot nageslacht zal krijgen. En de HEERE zegt ook tegen Abram: “Ik ben de HEERE, Die u uitgeleid heb uit Ur der Chaldeeën.” Het eerste visioen richt zich met name op de toekomst, dus op wat de HEERE van plan is met Abram te gaan doen. In het tweede visioen stelt de HEERE met name centraal wat Hij in het verleden met Abram heeft gedaan. Later zal God de Tien Geboden aan Zijn volk Israël geven. Als aanhef op deze geboden stelt God Zich aan Israël voor met de woorden: “Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis [het diensthuis: de slavernij], uitgeleid heb.” Israël werd door God bevrijd. De Israëlieten werden onderdrukt door de Egyptenaren. Maar over Abram lezen we niet expliciet dat hij in Ur gevaar liep. Toch heeft de HEERE Abram vanuit Ur gebracht naar een land dat straks in Abrams bezit zal zijn. Abram vraagt aan de HEERE: “Waarbij zal ik weten dat ik het [het: het land] erfelijk bezitten zal?” Abram vraagt God om een teken dat God werkelijk Abrams Schild is. God laat zien dat Hij Abrams Schild is als Abram de volgende opdracht uitvoert.
Abram krijgt van de HEERE de opdracht om drie dieren te brengen: een driejarige koe, een driejarige geit en een driejarige ram. Ook krijgt Abram de opdracht van de HEERE om twee vogels te brengen. De twee vogels zijn een tortelduif en een jonge duif. Abram snijdt de koe, de geit en de ram in tweeën. Daarna plaatst hij de delen in rijen tegenover elkaar. Maar dat doet Abram niet met de twee vogels. Abram slacht de twee vogels wel voor de HEERE, maar hij deelt de vogels niet in tweeën. Vurige symbolen banen zich een weg tussen de dierenhelften, en op die dag sluit de HEERE een verbond met Abram. De HEERE geeft met dat verbond aan dat Zijn belofte zal uitkomen. Want Abrams nakomelingen zullen het land Kanaän in bezit krijgen.
De HEERE geeft dus de opdracht aan Abram om een aantal dieren voor Hem te halen en te slachten. Dit ritueel eindigt met de interessante opmerking. Er strijken roofvogels neer op de karkassen, dus op de gedode dieren. Roofvogels vliegen alleen overdag. Abram jaagt de roofvogels weg. Daardoor slaan die roofvogels op de vlucht.
Abram laat met het doden van de dieren zien dat hij zijn nakomelingen beschermt tegen de aanvallen van de vijanden. Abram vocht al eerder tegen zijn vijanden. En met zegen. Hij redde Lot. Lot is een zoon van Abrams broer. Abram is een beschermer in meerdere situaties. We lezen in vers 12 van Genesis 15 dat de zon naar beneden gaat. Dus het is dan ’s avonds. Dat lijkt problematisch, want in vers 5 van Genesis 15 lezen we al over de sterren die schijnen. Dus het moest in vers 5 al nacht zijn. Maar dit probleem lost zich op als we ons realiseren dat we in vers 11 over roofvogels lezen. Roofvogels jagen altijd alleen overdag op hun slachtoffers. Vanaf vers 7 lezen we dus over de tweede dag in Genesis 15. Er valt een diepe slaap op Abram.
Abram wordt door angst voor God overspoeld zodra hij zich in een bewusteloze toestand bevindt. Een diepe slaap heeft Abram overvallen. Het directe handelen van God veroorzaakt bij Abram grote angst. Plotseling maakt de HEERE Zijn belofte aan Abram duidelijk. De HEERE heeft het land Kanaän al aan Abram beloofd. Maar nu wordt het Abram duidelijk dat alleen zijn nakomelingen het land Kanaän zullen bezitten. Abrams nakomelingen zullen Kanaän bezitten na een onderbreking van vierhonderd jaar. Want eerst zullen ze vier eeuwen lang in extreme mate worden onderdrukt door de Egyptenaren.
De HEERE onthult aan Abram niet precies welk erbarmelijke lot Abrams nakomelingen zal overkomen. Wel dat de nakomelingen van Abram onderdrukt zullen worden en als slaaf zullen gaan werken in een land dat niet van hen is. Maar ook Egypte zal door de HEERE ter verantwoording worden geroepen. Dan zullen de Israëlieten uit dat land wegtrekken en van daaruit veel bezit meenemen. Misschien deed die belofte Abram wel denken aan de dag waarop hij zelf ook een vreemd land verliet en van daaruit veel verworven bezit meenam. Hoewel Abram dat bezit tegen hoge kosten had verworven. Abram zal nu een turbulente toekomst bespaard blijven. Abram zal vreedzaam naar zijn graf gaan. Hij zal in vrede met zijn voorouders worden verenigd en in gezegende ouderdom begraven worden.
Er bestaat geen twijfel over de uiteindelijke bestemming van Abrams nakomelingen. Vier generaties van slavernij in Egypte zullen tot een einde komen. Abrams nakomelingen zullen komen naar het land waarin Abram nu is. De ongerechtigheid van de Amorieten zal haar volle omvang bereiken. Dan zullen de Israëlieten het land Kanaän binnengaan om het land Kanaän te bezitten. De opvolger van Mozes is Jozua. Onder leiding van Jozua zou Israël uiteindelijk het beloofde land Kanaän intrekken. Het binnengaan van Israël in het land Kanaän is een daad van rechtvaardigheid, en niet van agressie. Je ziet in dit gebeuren als het ware een symbolische betekenis voor elk kind van God. Als gelovige ben je nog in een land dat niet je definitieve thuis is. Je definitieve thuis komt dan na je sterven. Als kinderen van God zijn we pelgrims op weg naar het hemelse Kanaän.
Vuur is in de Bijbel vaak een symbool van Gods aanwezigheid. De HEERE gaat door middel van vurige symbolen tussen het dierlijk vlees door. Dat is een bevestiging van de HEERE dat Abrams nakomelingen daadwerkelijk het land Kanaän zullen gaan bezitten.
De dieren worden doorgesneden en er wordt een verbond opengesneden. God verplicht Zichzelf om aan Abrams nakomelingen om het land te geven waarin dan nog tien naties wonen. Die tien naties bewonen allemaal het eigenlijke land Kanaän. De HEERE geeft de grenzen van het land aan dat Hij aan Abrams nakomelingen belooft. De geografische uitersten van de belofte van de HEERE reiken verder dan alleen het land Kanaän. Dat blijkt vooral uit het feit dat de grote rivier genoemd, de rivier de Eufraat. In feite werd de belofte van landverovering pas helemaal vervuld toen David koning over Israël was. Dat was vele honderden jaren later.
De gedode dieren staan symbool voor de nakomelingen van Abram. Deze offerdieren worden beschermd tegen aanvallen van roofvogels. De roofvogels staan symbool voor de vijanden. De rokende oven en een brandende fakkel gaan tussen de dierhelften door. Na de dood van Abram zal de HEERE onder Abrams nakomelingen wandelen. Abrams nakomelingen zullen 400 jaar lang verdrukt worden in Egypte. Hun uittocht zal plaatsvinden in de vierde generatie. Ze zullen dan Kanaän ingaan. Abrams nakomelingen verdrijven de tien naties die dan nog in Kanaän wonen.
Abram wordt in Genesis 15 niet alleen geschilderd als een vrome man die de HEERE dient. Abram wordt in dit hoofdstuk ook geschilderd als een overwinnende koning, en wel door Gods kracht. De HEERE belooft aan Abram de overwinning op Abrams vijanden. De HEERE belooft Abram ook een groot gebied. Dat grote gebied is voor Abrams nakomelingen.
In Genesis 17 lezen we opnieuw dat God Zijn verbond opricht met Abram. Abram gaat dan voortaan Abraham heten, omdat God hem tot een vader van een menigte van volken maakt. God belooft opnieuw aan Abraham dat Hij heel het land Kanaän zal schenken aan Abrahams nakomelingen. God stelt als verbondsteken de besnijdenis in. Elk mannelijk kind van acht dagen oud moet voortaan worden besneden. Het woord “verbond” valt voor het eerst in de Bijbel bij de geschiedenis van Noach. God richt Zijn verbond met Noach op, zie Genesis 6:18. Noach en zijn familie zullen in de ark in leven blijven tijdens de zondvloed. Na de zondvloed offert Noach aan God. God belooft dat het water niet meer tot een vloed zal worden om alle levende wezens te doden. Als teken van dit verbond geeft God de regenboog, zie Genesis 9:8-17. Het gaat hier niet om het genadeverbond in bredere zin. Dat betekent niet dat Noach het enkel moest doen met een verbond dat alleen betrekking had op dit leven hier op aarde. Ook Noach mocht delen in de moederbelofte. De moederbelofte lezen we in Genesis 3:15. De HEERE God zei tegen de slang dat het nageslacht van Eva de kop van de slang zal vermorzelen. Jezus Christus heeft inderdaad de satan overwonnen.
Na Noach lezen we in Genesis over het verbond van God met Abraham. De HEERE roept Abraham. Met deze roeping werkt de HEERE de moederbelofte uit. God geeft aan Abrahams nageslacht het land Kanaän tot eeuwig bezit. De HEERE riep Abram uit het Ur van de Chaldeeën. De HEERE zei al tegen Abram dat in Abram al de geslachten van de aarde gezegend zullen worden. Deze belofte aan Abram is ten diepste vervuld door de komst van Jezus Christus als Mens op aarde. Door het geloof in Jezus worden Joden en heidenen zalig. Het genadeverbond is het verbond van God waarin God de mensheid de weg tot het eeuwige behoud aanwijst.
Als gelovigen zijn we kinderen van God. Jezus Christus is de Zaligmaker. Wij vertrouwen erop dat Christus onze Zaligmaker is. Als christenen geven we ons elke dag over aan Christus en wij wijden ons leven aan Hem. Daarom delen wij in Gods nieuwe verbond. Jezus stelde het Avondmaal in als gedachtenismaaltijd aan Zijn lijden en sterven. Op het moment dat Jezus de drinkbeker aan Zijn discipelen uitreikte, zei Hij (zie Mattheüs 26:28): “Dat is Mijn bloed, het bloed des Nieuwen Testaments [ook wel: Verbonds], hetwelk voor velen vergoten wordt, tot vergeving der zonden.”
In het Oude Testament bevestigde God Zijn verbond met Israël. Vervolgens sprenkelde Mozes het bloed van het verbond uit op het volk Israël. Mozes zei: “Met dit bloed wordt het verbond bekrachtigd dat de HEERE met u heeft gesloten door u al deze geboden te geven.” De Tien Geboden gaf de HEERE als richtsnoer voor het leven van Zijn volk. Het is veelzeggend dat Jezus niets van deze Tien Geboden afdoet. Dan mogen we wel met recht zeggen dat de Tien Geboden ook voor ons geldend zijn. Als we ernaar streven ons naar die gebeden te leven, dan dragen we bij aan het creëren van een vreedzame samenleving. Als we ernaar streven naar de Tien Geboden te leven, dan zullen we eenmaal uit alle ellende bevrijd worden. God zegt: vereer naast Mij geen andere goden. De drie-enige God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, is God. Maak voor u zelf geen beeld en buig daar niet voor neer. Misbruik de Naam van de HEERE niet. Houd de sabbatdag in ere en heilig die. Eer uw vader en uw moeder. Pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg over een ander geen vals getuigenis af, en begeer niets wat van uw naaste is.
Wij bevinden ons in het tijdperk van Gods nieuwe verbond. Over ons hoeft geen bloed meer gesprenkeld te worden. Jezus Christus heeft de profetie over de lijdende Knecht vervuld. Jezus is namelijk deze lijdende Knecht bij uitstek. Jesaja schreef over deze lijdende Knecht: “Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad [zaad: nageslacht] zien, Hij zal de dagen verlengen, en het welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand gelukkiglijk [gelukkiglijk: voorspoedig] voortgaan. Om den arbeid Zijner ziel zal Hij het zien en zal Hij verzadigd worden. Door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen.” Het bleef voor de lijdende Knecht gelukkig niet alleen bij het lijden. Want na het lijden ziet Hij zaad, dat is nageslacht. De dood heeft niet het laatste woord. Gelukkig. Jezus is de opgestane Levensvorst. En daarom is er ook voor ons leven na de dood.
God heeft aan Zijn volk Israël een land van rust beloofd. Gods belofte over het land van rust geldt nog steeds. De echte rust zal namelijk nog komen voor Gods volk. Broeders, blijf dus staande op de weg van geloof, hoop en liefde. Als we deze weg volgen, dan vertrouwen we op het reddende offer dat Jezus voor ons heeft gebracht. En we hebben hoop op een beter leven na dit leven en we houden het oog op God gericht. En we bevorderen zoveel mogelijk het welzijn van onze medemens.
Er staat in de Bijbel nog een mooie profetie
over Israël. Het gelovige nageslacht van Abraham vormt het werkelijke Israël. Dat
nageslacht heeft het eeuwige leven. En niet alleen zij. Want wij allen zijn
door het geloof kinderen van de hemelse Vader. Daarom is onze dood straks een
doorgang naar het eeuwige leven. Wij gaan dan de hemelse heerlijkheid in, het
hemelse Kanaän. Maar van het hemelse Kanaän is al iets te proeven in wat we om
ons heen uitstralen. Straks na de pauze hopen we hierover door te
spreken.
Vragen bij inleiding op mannenvereniging, avond dinsdag
3 oktober 2023
1. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen tussen Gods verbond met Abraham en Gods nieuwe verbond in Christus?
2. Wat houdt het genadeverbond in en wat houdt de verkiezing in? Vallen deze samen of juist niet?
3. Waarom is het binnengaan van het volk Israël in het land Kanaän een daad van rechtvaardigheid en niet van agressie?
4. Op
welke manieren straalt een gelovige iets uit van het hemelse Kanaän in de
wereld om hem/haar heen?
maandag 2 oktober 2023
Israëlzondag
maandag 28 augustus 2023
God en het lijden
Een lastig thema is: "God en het lijden". Ik voel me geroepen om iets over dit thema te schrijven. Want er zijn helaas al heel wat mensen van het geloof in Jezus afgevallen, omdat ze het niet kunnen plaatsen dat God niets aan ellende in de wereld zou doen. In het Oude Testament, om precies te zijn in Deuteronomium 7, staat dat God aan Zijn uitverkoren volk Israël de opdracht geeft om zeven volken te doden, zodat Israël zelf in de gebieden van die volken kan wonen. Ik kan me voorstellen dat deze opdracht van God vragen oproept. God is toch Liefde? Jazeker, dat is Hij. We lezen dat in 1 Johannes 4:8. Toch lezen we in de Bijbel meer over God. Bijvoorbeeld in Hebreeën 12:29, waar staat dat God een verterend vuur is. God bestraft kwade daden van de mens. Dat is Zijn goed recht. Vanuit het Oude Testament blijkt dat God specifieke zonden bestraft. In 2 Samuël 12 bijvoorbeeld, waar we onder andere lezen dat als straf op Davids overspel het eerste kindje van David en Batseba binnen een week stierf.