zondag 28 mei 2023

Pinksteren 2023

Broeders en zusters, vandaag en morgen is het Pinksteren 2023. Bij dezen wil ik u en jou graag iets schrijven over Pinksteren. God bestaat uit drie Personen: de Vader, de Zoon (Jezus) en de Heilige Geest. Pinksteren is bij uitstek het feest van de Heilige Geest. Maar wat moet je je daar nou bij voorstellen? En is er überhaupt wel reden om te feesten? Ja, dat is er zeker. Want de Geest van God is uitgestort over de twaalf apostelen cq. discipelen van Jezus Christus. Dat gebeurde bijna 2000 jaar geleden. De Heilige Geest is dus uitgestort over de medegrondleggers van de christelijke kerk. En hiermee is de christelijke kerk ontstaan. En daarom mogen ook wij horen over het evangelie van Jezus Christus. Maar wat hebben wij verder aan de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag? Is die uitstorting wel krachtig genoeg gebleken? Want er zijn nog steeds oorlogen in de wereld. Dat is aangrijpend. Maar degenen die de Naam van de Heere aanroepen, die zijn sowieso vredestichters. De liefde is de vervulling van de wet. Degenen die de Naam van de Heere aanroepen, dat zijn degenen die ernaar streven om te leven in liefde tot God en tot de medemens. Degene die de Naam van de Heere aanroept, die heeft liefde tot God en tot de medemens. Dat kan niet anders. Hoewel het hier op aarde nooit volmaakt zal zijn. Maar de Heilige Geest wil ons wel helpen om God en onze medemensen te beminnen. Bid daar elke dag om, broeders en zusters. Bid elke dag om de hulp van de Heilige Geest in uw/jouw leven om God lief te hebben boven alles en om uw/jouw naaste lief te hebben als uzelf/jouzelf. Dan komt de Heilige Geest u/jou zeker te hulp.

Jezus is de Verlosser. Jezus is de Zoon van God. Hij had Zijn discipelen beloofd dat zij in Jeruzalem gedoopt zullen worden met de Heilige Geest. En tijdens het Pinksterfeest komt deze “heilige bezieling” daadwerkelijk over de twaalf discipelen van Jezus. De Heilige Geest maakt deze discipelen tot getuigen van Christus. Deze discipelen beginnen in Jeruzalem te getuigen over Christus. De twaalf discipelen van Jezus richten als eerste hun getuigenis tot de Joden die in Jeruzalem wonen.
Het woord “Pinksteren” is afgeleid van het Griekse woord “Pentecoste”. “Pentecoste” betekent “de vijftigste”. Pinksteren was al een feest in het tijdperk van het Oude Testament. In Handelingen 2:1 lezen we over de 50e dag. Met de 50e dag wordt de 50e dag na Pascha bedoeld. Pascha was het feest waarop Israël herdacht dat ze bevrijd werd uit de slavernij in Egypte. Pinksteren is het feest waarop de eerstelingen van de oogst aan God werden geofferd. Pinksteren werd toen ook wel het Wekenfeest genoemd. De Bijbelschrijver Paulus noemt de Heilige Geest de eerstelingsgave van God. Je zou daarnaast ook kunnen zeggen dat de Heilige Geest de Uitdeler van de eerstelingsgaven is. Misschien moeten we in Handelingen 2 hetzelfde verband zien: op de dag van de eerstelingen deelt de Heilige Geest Zijn eerste gaven uit. De Heilige Geest deelt Zijn eerste gaven uit aan de apostelen van Jezus. Als de 50 dagen na Pasen – de opstanding van Jezus uit de dood – vervuld zijn, dan is geestelijk gezien het graan rijp voor de oogst. De wind van de Geest “vervult” daarom de twaalf discipelen van Jezus en alle anderen die met hen in het huis aanwezig zijn. De discipelen van Jezus kunnen nu oogsten van datgene wat de Geest uitdeelt.
Toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eensgezind in het huis bijeen. Wie zijn deze “allen”? “Allen”, dat zijn de 120 personen die eerder in het Bijbelboek Handelingen genoemd worden, in 1:15. Deze 120 personen vertegenwoordigen de 12 geslachten van het volk Israël. Op deze 120 personen daalt de Heilige Geest neer. In de 120 personen zijn sowieso de 12 apostelen van Jezus inbegrepen.
In Handelingen 2 gaat de komst van de Heilige Geest gepaard met verschijnselen die met het menselijke blote oog te zien zijn. Zodra de Heilige Geest in Jeruzalem op en bij de apostelen verschijnt, dan horen de mensen in Jeruzalem iets en ze zien ook iets. Gods Geest vervult het gehele huis met Zijn geluid. En dat Gods Geest dat doet, is ook te zien op de lichamen van de 120 personen.
Toch zegt Lukas niet dat de Heilige Geest Zelf wind en vlammen is. Maar de Heilige Geest laat Zich tijdens het Pinksterfeest wel zichtbaar zien. De Heilige Geest is God. Het geluid dat bij de 120 personen in huis gehoord wordt, is “uit de hemel”. Dat wil zeggen: dit geluid komt bij God vandaan. Er wordt bij de 120 personen een geluid “als” van een hevige wind gehoord. Je moet dus niet denken dat het ineens ging waaien. Je kunt dit geluid alleen maar vergelijken met de wind. Toch vervult dat geluid het gehele huis waarin de 12 discipelen van Jezus en de andere mensen aanwezig zijn.
En verder: het is geen echt vuur dat zich laat zien op de 120 mensen die in het huis bijeen zijn, maar tongen “als” van vuur. Er verspreiden zich soort van vuurvlammen over de 120 mensen in het huis. Het woord “tongen” verwijst naar het talenwonder dat straks zal plaatsvinden. Er worden aan de 120 personen in het huis tongen als van vuur gezien. Het gaat dus om iets wat lijkt op een vuur. Dat soort van vuur verdeelt zich over alle mensen die in het huis aanwezig zijn.
De 120 aanwezigen in het huis in Jeruzalem worden allen vervuld met de Heilige Geest. En ze beginnen te spreken in andere talen. Die talen geeft de Heilige Geest hen in om te spreken. Het gaat hierbij om verstaanbare talen. In Jeruzalem wonen Joden. Zij verbazen zich over het feit dat zij Gods lof in hun eigen taal horen uitspreken. Dit terwijl de sprekenden alleen Galileeërs zijn. De sprekenden zijn dus afkomstig uit het noordelijke gedeelte van Israël.
De discipelen van Jezus getuigen over Jezus en ze doen dat aan de Joden die in Jeruzalem wonen. Dus niet aan de pelgrims die enkel voor het oogstfeest in Jeruzalem verblijven. Dat blijkt uit het vervolg. Straks zal Petrus de inwoners van Jeruzalem aanspreken op hun daad dat zij Jezus hebben laten kruisigen.
Het geluid bij de 120 mensen in huis trekt de aandacht van de Joden die in Jeruzalem wonen. Er stroomt daarop een menigte van Joden samen bij het huis waarin de 120 mensen zijn. En deze toehoorders, Joden in Jeruzalem, zij horen duidelijk hun eigen moedertaal. Er gebeurt iets bovennatuurlijks. Dat verwart het denken van deze toehoorders. Ze raken zelfs even de greep op henzelf kwijt. Ze begrijpen niet wat er nu gebeurt. De 12 apostelen van Jezus zijn toch echt Galileeërs. De apostelen zijn dus afkomstig uit het noordelijke gedeelte van Israël. Maar nu spreken de apostelen opeens alle talen van de wereld. Het bestaat simpelweg niet dat ze die talen op de gewone manier hebben aangeleerd.
De Joden in Jeruzalem noemen verschillende volken van waaruit een groot deel van hen afkomstig is. Het gaat dan om de Joden die later buiten Israël gingen wonen en zich daarna opnieuw in Israël met de hoofdstad Jeruzalem hebben gevestigd. En het gaat ook om de Joden die in een later stadium de joodse godsdienst hebben aangenomen, de zogenoemde "proselieten". Naast hen zijn er natuurlijk nog de Joden die al hun gehele leven in Israël wonen, maar die zullen waarschijnlijk nooit een andere taal dan Grieks en Latijn hebben gesproken.
In het Romeinse Rijk, waar Israël onder viel, werd toentertijd als hoofdtalen Grieks en Latijn gesproken. Maar de Joden die (eerst) buiten Israël hebben gewoond, bleven daarnaast hun eigen moedertalen spreken. De discipelen van Jezus spreken in al die talen over de grote daden van God. Het is het zogenoemde “talenwonder”. Het gaat om tientallen, misschien wel honderden talen, waarin de apostelen gaan spreken. Bij de grote daden van God moeten we denken aan wat God heeft gedaan in Zijn Zoon Jezus Christus. Helaas sluit een deel van de Joden in Jeruzalem zich af voor het talenwonder. Zij gaan voorbij aan het feit dat de 120 personen herkenbare talen spreken. Zij doen dit hele gebeuren af als dronkenmansgelal.
Petrus, één van de 12 apostelen van Christus, wijst de beschuldiging dat de 120 mensen dronken zouden zijn, af. Het argument van Petrus is heel simpel: het is nu nog maar 9.00 uur in de ochtend. Dan kun je nog niet zoveel gedronken hebben dat je dan al lallend over straat gaat. Petrus geeft aan dat in de gebeurtenissen van deze dag een profetenwoord wordt vervuld. Wat nu gebeurt, is door middel van de profeet Joël aangekondigd.
Petrus spreekt over het einde van de tijden. Maar hierbij denkt hij niet alleen aan de toekomst. Petrus geeft aan dat de nog openstaande belofte uit de profeet Joël (grotendeels) nu vervuld wordt in deze tijd. Wat in Joël 3 staat, dat gaat dus nu tijdens Pinksteren in vervulling. Aan het einde van de tijden zal God Zijn Geest over Zijn dienaren en dienaressen uitgieten. Je mag bij dit uitgieten denken aan de preek waarmee Petrus op dit moment zelf bezig is.
“Wonderen”, dat zijn gebeurtenissen die de “gewone” gang van de dingen doorbreken. Er zullen aan het einde van de tijden wonderen plaatsvinden. Welke wonderen Petrus bedoelt, dat zijn tekenen op aarde als aardbevingen, hongersnoden, epidemieën, conflicten en vervolgingen. Deze tekenen zullen tijdens de gehele periode van het einde van de tijden plaatsvinden. Dus vanaf de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren tot aan de terugkomst van Jezus op de wolken van de hemel. Er zullen ook grote tekenen aan de hemel plaatsvinden. Immers, eens zal Jezus als de Mensenzoon terugkomen op de wolken van de hemel. Deze terugkeer zal voorafgegaan worden door tekenen in zon en maan. De zon verandert in duisternis en de maan in bloed. Waarschijnlijk neemt de evangelist Lukas aan dat deze wonderen in de hemel tijdens de gehele periode van de laatste dagen zullen plaatsvinden. En dat vlak voordat de Mensenzoon op de wolken van de hemel terugkomt, deze tekenen nog heviger zullen zijn. De “grote stalende dag van de Heere” uit het profetenboek Joël wordt door Petrus gelijkgesteld met dag waarop Jezus in heerlijkheid terugkomt.
Dat Petrus een gedeelte uit het profetenboek Joël aanhaalt, dat heeft meer dan één doel. Dat de 120 personen in verschillende talen spreken, daarmee is een oudtestamentische belofte in vervulling gegaan. Petrus voegt de woorden “in de laatste dagen” toe aan de profetie uit Joël. Met de uitstorting van de Heilige Geest wordt de laatste fase van de heilsgeschiedenis ingeluid. Vanaf nu is wat de heilsgeschiedenis betreft alles gericht op de terugkomst van Jezus op de wolken van de hemel. Die terugkomst moet nog plaatsvinden. En dit gegeven luidt ook meteen de oproep van Petrus in. Petrus zegt: “Allen die de Naam van de Heere aanroepen, zullen worden gered.” Dus Petrus zegt in feite: “Roep de Naam van de Heere aan, dan ben je gered.” In het Bijbelboek Joël wordt met de “HEERE” de God van Israël bedoeld. Petrus kent de titel “Heere” toe aan Jezus. Jezus is immers Gods eniggeboren Zoon.
De zinsnede “gered worden” moet tegen de achtergrond van het voorafgaande worden gezien. “Gered worden”, dat betekent dus ontkomen aan de rampen die God bij monde van de profeet Joël heeft laten aankondigen. Het Griekse werkwoord betekent letterlijk “in het leven behouden”. Degenen die de Naam van de Heere aanroepen, die hebben het eeuwige leven. Zij worden dus uiteindelijk verlost van elke ramp en pijn. Allen die de Naam van Jezus aanroepen, die zijn voor altijd gered. Allen die aanvaarden dat Jezus hun Verlosser is, zullen eeuwig leven. Dat geldt niet alleen de Joden, maar dat geldt voor elk mens.
De bewijzen van de goddelijke zending van Jezus liggen er. Petrus zegt rechtstreeks tegen de Joden in Jeruzalem dat zij Jezus om het leven hebben gebracht. De Romeinse bijdrage aan deze gebeurtenis wordt nu even door Petrus geparkeerd. Maar tegelijkertijd heeft God Zijn eigen doel met de kruisiging van Jezus.
God heeft met de opstanding van Jezus laten zien dat Hij anders oordeelt dan degenen die Hem hebben laten kruisigen. God heeft Jezus uit de dood opgewekt en daarmee laat God zien dat het recht aan de kant van Jezus is. Jezus was totaal onschuldig aan de kruisdood. Maar Hij heeft met de kruisdood wel verzoening tussen God en mens bewerkstelligd.
Jezus is door Gods rechterhand verhoogd. God is de handelende persoon in de opstanding en de verhoging van Jezus. Dat zijn grote daden van God. Over deze daden spreken de 12 apostelen op het Pinksterfeest in Jeruzalem. En laten ook wij daarover spreken. Wij hebben een God, Die leeft. Ja, God leeft zelfs eeuwig. God heeft Zijn werk in Jezus bevestigd. Daar is de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren een duidelijk bewijs van. Het evangelie van Jezus Christus moet namelijk wereldwijd worden verkondigd. Jezus is als Mens naar de hemel gegaan. Jezus is namelijk Heere en Christus. Hij deelt in de goddelijke aanwezigheid. Omdat wij ons overgeven aan God, daarom bidt en pleit Jezus voor ons. Jezus laat ons niet los. Laat dat voor u, jou, mij een troost en bemoediging zijn. Ga met God en Hij zal met je zijn.

Machiel Lock, 28 mei 2023

Geen opmerkingen:

Een reactie posten