zaterdag 14 januari 2017

De prediking vanuit de Heidelbergse Catechismus


Inleiding
In het "Handboek Heidelbergse Catechismus" gaat Arie Baars, hoogleraar aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (universiteit voor de theologieopleiding van de Christelijke Gereformeerde Kerken), in deel III.3 in op de theorie en de praktijk van de catechismuspreek. Dat doet hij mooi en kernachtig. In dit artikel geef ik een samenvatting van hetgeen Baars in het zojuist genoemde handboek over de catechismusprediking schrijft. Baars schrijft dat de catechismuspreek ontstaan is in de tijd van de Reformatie. De catechismuspreek heeft vooral geboeid in de calvinistische traditie, maar komt ook voor in de lutherse traditie.[1]


Voor- en tegenstanders van de catechismusprediking
Het belangrijkste bezwaar tegen de catechismuspreek is het gevaar dat de HC als menselijke geschrift gelijkgesteld wordt aan het Woord van God.[2] De voorstanders van de catechismusprediking brengen ertegenin dat:
  • Woordverkondiging van begin af aan niet hetzelfde is als tekstprediking;
  • er op deze wijze geen versplintering ontstaat, maar juist de grotere verbanden van de Schrift aan de orde komen;
  • de HC de stof voor de preek, die door de Bijbel wordt aangeleverd, ordent.[3]


Het karakter van de catechismusprediking
Baars schrijft dat de catechismusprediking een sterk didactisch (onderwijzend) karakter heeft [4] en een apologetische spits [5]. Belangrijk is dat de Heidelbergse Catechismus niet alleen de leer van de Heilige Schrift verwoordt, maar ook pastoraal leiding wil geven aan de kerkelijke gemeente.[6]


Praktische vragen omtrent de catechismusprediking
Baars maakt duidelijk dat er, naast de theoretische bezinning, ook praktische vragen op kunnen komen.[7] Een relevante vraag bij de behandeling van de HC is de vraag of de Bijbeltekst als uitgangspunt genomen moet worden, of de HC zelf. De drie belangrijkste mogelijkheden, die Baars noemt, zijn:
  • de analytische catechismuspreek zonder Bijbeltekst. Hierin wordt de tekst van de HC stapsgewijs verklaard. Een belangrijk gevaar is wel dat de HC zo centraal komt te staan dat de relatie met de Schrift niet duidelijk wordt.
  • de thematische catechismuspreek zonder Bijbeltekst. Het gevaar is dan dat grote delen van de HC voor de gemeente onduidelijk blijven.
  • de analytische of thematische catechismuspreek met Bijbeltekst. Hierin wordt de behandeling van de HC thematisch verankerd in een bepaald woord uit de Schrift dat op de 'kleur' van de preek een beslissende invloed heeft. Hoewel ook hier gevaren aan kleven (onder andere het gevaar van tweeslachtigheid), geeft Baars de voorkeur aan deze methode.[8]


Vraag en antwoord
Vele predikanten verdedigen het uitgangspunt dat de vraagsteller een zondaar is die overtuigd is van zijn schuld en op zoek is naar de genade in Christus. Er is ook een ander uitgangspunt, namelijk dat in de HC de belijdende kerk spreekt.[9]


Regels voor de catechismusprediking
Baars noemt zes regels voor de catechismusprediking, die ik hieronder samenvat:
  • in de catechismuspreek moet het desbetreffende gedeelte uit de HC worden uitgelegd;
  • moeilijke zinnen en woorden uit de HC moeten worden verklaard;
  • predikanten moeten zich bij hun preekvoorbereiding bewust zijn van uitspraken van de HC die bij hun hoorders mogelijk vragen, irritatie of verzet oproepen;
  • predikanten moeten niet al te dogmatiserend preken: de HC ontleent zich voor een eenvoudige, aansprekende, geestelijke en praktische prediking;
  • de uitleg van de HC moet zoveel mogelijk met beelden geïllustreerd worden;
  • kinderen en jongeren van de gemeente mogen in de catechismuspreek niet vergeten worden.[10]


Machiel Lock



[1] A. Huijgen, J.V. Fesko, A. Siller (red.), Handboek Heidelbergse Catechismus, Utrecht: Kok, 2013, p. 347
[2] A. Huijgen e.a. (red.), Handboek Heidelbergse Catechismus, p. 347
[3] A. Huijgen e.a. (red.), Handboek Heidelbergse Catechismus, pp. 348-349
[4] A. Huijgen e.a. (red.), Handboek Heidelbergse Catechismus, p. 349
[5] A. Huijgen e.a. (red.), Handboek Heidelbergse Catechismus, p. 350
[6] A. Huijgen e.a. (red.), Handboek Heidelbergse Catechismus, p. 351
[7] A. Huijgen e.a. (red.), Handboek Heidelbergse Catechismus, p. 352
[8] A. Huijgen e.a. (red.), Handboek Heidelbergse Catechismus, p. 354
[9] A. Huijgen e.a. (red.), Handboek Heidelbergse Catechismus, p. 355
[10] A. Huijgen e.a. (red.), Handboek Heidelbergse Catechismus, pp. 355-356

Geen opmerkingen:

Een reactie posten