maandag 16 november 2020

Het leven van ds. J.T. Doornenbal

De afgelopen dagen heb ik het boek “Die heimwee hebben, komen Thuis. Het leven van ds. J.T. Doornenbal”, geschreven door Jeannette Donkersteeg, gelezen. Het idee om dit boek te lezen ontstond na mijn bezoek van 12 september jl. (Open Monumentendag) aan Woubrugge – de hervormde kerk aldaar was toen geopend voor bezichtiging –, de eerste gemeente waaraan ds. Doornenbal als predikant verbonden was. Net als dr. Alexander Comrie, die net als Doornenbal als kandidaat in Woubrugge tot predikant bevestigd werd, mag van ds. Doornenbal gezegd worden dat hij behoort tot één van de meest legendarische predikanten die Nederland ooit gekend heeft. Het boek van Jeannette Donkersteeg is een aanrader om te lezen. Toen ik het las, leek het net alsof ik een roman las, die uiteraard wel gaat over dingen die echt gebeurd zijn. Het leest vlot weg en gaat over iemand die zich met hart en ziel heeft ingezet voor het evangelie van Jezus Christus. Ik vind het moedig van mevrouw Donkersteeg dat ze het heeft aangedurfd om een boek over Doornenbal te schrijven. Ds. Doornenbal was, ondanks zijn geliefde kerkbodestukken vooral uit de tijd dat hij in Oene stond, namelijk behoorlijk gesloten. Hij heeft wat afgeworsteld. Vandaar ook de heimwee die hij had om Thuis te komen.

In het boek wordt het leven van Jacobus Teunis (Co) Doornenbal geschetst. Doornenbal werd op 29 november 1909 in een boerderij in Doorn geboren. Al jong was hij serieus. Hij nam de zondagsheiliging goed in acht. Aanvankelijk was het niet zijn plan om predikant te worden. In zijn hart voelde hij zich boer. Toch trok ook de talen- en literatuurstudie hem. Vooral zijn moeder Tonia mocht een middel zijn om hem de weg naar het ambt van predikant te wijzen. Na het gymnasium ging Co studeren aan de Theologische Rijksuniversiteit van Utrecht. Hij sloot zich aan bij Voetius, een theologische studentenvereniging op gereformeerde basis. Op 29 maart 1931 legde hij geloofsbelijdenis af in de Maartenskerk te Doorn. Op 25 oktober 1933 hield Doornenbal in de Pieterskerk (Waalse Kerk) te Utrecht zijn eerste preek, een proefpreek onder hoogleraren en medestudenten. Deze ging over Jesaja 42:3a: “Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken en de rokende vlaswiek zal Hij niet uitblussen.” Doornenbal moest kiezen welke kant hij op zou gaan: de gereformeerde, de ethische of de confessionele. Het werd de eerste (de gereformeerde). In 1934 deed Co in Middelburg zijn proponentsexamen, waarvoor hij slaagde.

Op 8 maart 1936 werd kandidaat Doornenbal door zijn studievriend ds. J.J. Poldervaart uit Nigtevecht bevestigd tot predikant in Woubrugge. Poldervaart preekte over 2 Korinthe 2:14-16. Doornenbal betrok met zijn huishoudster, Johanna Cornelia Hofs, de pastorie aan de Comriekade. Doornenbal wist van aanpakken. De catechisanten kregen met meer te leren catechismusvragen meer huiswerk dan ze gewend waren, hij richtte een mannenvereniging met de naam “Dr. Alexander Comrie” op en na enkele maanden verscheen een eerste exemplaar van “Immanuël, kerkbode van de Ned. Herv. Gem. van Woubrugge”. Deze kerkbode bevatte een rubriek met mededelingen over de godsdienstoefeningen, doopdiensten, huwelijksbevestigingen, collecte-opbrengsten, verenigingsnieuws en een meditatie, verder publiceerde Doornenbal er ook een aantal korte artikelen in over het leven en werk van de oefenaar Wulfert Floor, van de Schotse broers en predikanten Erskine, van de Schotse predikant Andrew Gray en van de uit Schotland afkomstige Nederlandse predikant Alexander Comrie (een belangrijke vertegenwoordiger van de zogenoemde Nadere Reformatie). De heer C. van der Eijk, een kerkganger destijds in Woubrugge, zegt dat ds. Doornenbal een kostelijke Schriftuitleg had, en de toepassing overtrof die nog: de mensen sprak hij persoonlijk aan waarbij hij altijd weer uitkwam bij Jezus Christus en Diens liefde en werk. In Woubrugge schafte Doornenbal het zingen van gezangen af. In de zomer van 1937 stierf de moeder van ds. Doornenbal, Tonia, na een periode van veel zwakte en ziekte. Op 31 mei 1939 kwam een beroep uit Kesteren, dat ds. Doornenbal aannam.

Ds. W. Bieshaar jr. uit Benthuizen bevestigde ds. Doornenbal op 15 oktober 1939 in Kesteren. De intredepreek van ds. Doornenbal ging over Efeze 3:14-21. Op 12 april 1940 kwam er ook voor Kesteren en het naburige Opheusden een kerkbode van de grond, onder redactie van ds. Doornenbal. Hij handhaafde hiervoor de naam “Immanuël”, zo genoemd naar het gebouw waarin Doornenbal zijn catechisaties en Bijbellezingen hield. De naam “Immanuël” betekent “God met ons”. Doornenbal zei hierbij: “Zo zij en blijve het.” Op 10 mei 1940 brak de oorlog uit en voor de inwoners van Kesteren en Opheusden betekende dit dat ze vluchtelingen werden. Tijdens de oorlog was er een goed contact tussen ds. Dorrestein van de Gereformeerde Gemeente te Opheusden en ds. Doornenbal. Ook toen de oorlog in mei 1945 voorbij was, bleef dit contact. Alle kerkgebouwen van Kesteren en Opheusden lagen voor een groot deel plat en maandenlang hielden de hervormde gemeenten van Kesteren en Opheusden, en de Opheusdense Gereformeerde Gemeente en een naburige Oud Gereformeerde Gemeente samen kerkdiensten in een veilinghal. De beide predikanten gingen afwisselend voor.

In oktober 1946 werd ds. Doornenbal in Oene door ds. I. Kievit bevestigd met de tekst uit 2 Timotheüs 1:8. Oenes nieuwe predikant deed intrede met de tekst uit Kolossenzen 4:3. De overgang van Kesteren naar de kleinere gemeente Oene was groot. Toch voelde ds. Doornenbal zich snel thuis op de Veluwe. Net als in zijn eerste gemeente (Woubrugge) wist Doornenbal ook in Oene van aanpakken. In 1947 organiseerde hij de eerste zendingsmiddag in zijn eigen tuin. Vanaf 1960 werden deze middagen in de kerk gehouden. Ook een mannenvereniging met de naam “Wees een zegen” kwam al snel van de grond onder leiding van ds. Doornenbal. Op 24 augustus 1951 werd het nieuwe kerkgedeelte in Oene in gebruik genomen. In 1952 kreeg de pastorie een bewoonster bij: Coby Bosch, een weesmeisje. Op 17 oktober 1953 stierf juffrouw Hofs op 58-jarige leeftijd aan een ongeneeslijke ziekte. Stijntje van Dijk, die de dominee sinds zijn jeugdjaren in Doorn had gekend, nam de plaats van juffrouw Hofs in. De heer en mevrouw Marijs uit Arnemuiden behoorden tot ds. Doornenbals beste vrienden. Ook was Doornenbal onder andere bevriend met de bekende dichter Gerrit Achterberg. Hij schrijft hierover onder andere het volgende: "Ik vergeet niet het gesprek dat wij hadden, vorig jaar Kerstmis, nadat de prijs van de stad Den Haag hem was toegekend. Ik was er blij mee om zijnentwil en dacht aan het woord van de dichter van Psalm 84: 'Hij zal genade en ere geven', en hoe nu genade onze ere is en onze ere genade. Hij ging er zo hartelijk mee akkoord. Nooit heb ik mij nader tot hem gevoeld dan toen. Zo waren deze laatste jaren goed, voor hem en zijn vrouw allebei. Ze woonden ook zo mooi in 't huis en de omgeving die zo geheel bij hen pasten, alles even gaaf en harmonisch. Zodat het niet beter kon." Op 24 mei 1963 stierf een broer van ds. Doornenbal, Dirk, op 48-jarige leeftijd. Hij liet zijn vrouw en vijf kinderen achter. In Oene kreeg ds. Doornenbal enorm veel beroepen. Telkens bedankte hij voor een op hem uitgebracht beroep. Een lijst van op ds. Doornenbal uitgebrachte beroepen is achterin het boek van Jeannette Donkersteeg opgenomen. In 1954 begon bij ds. Doornenbal een tijdperk van veel reizen. Hij is meerdere keren naar Amerika gegaan, en maakte ook reizen naar Marokko, Oostenrijk en Schotland. Begin 1971 werd de eerste predikant die Oene onder de bediening van ds. Doornenbal voortbracht, op 12 april bevestigd: kand. R.H. Kieskamp deed intrede in Oud-Alblas. Sinds 1972 ging het bergafwaarts met de gezondheid van ds. Doornenbal. Zijn geheugen liet hem steeds vaker in de steek. In april 1973 kreeg hij een bericht dat hij niet meer kon verwerken en hem voorgoed zou breken: een meisje uit Hierden, Hendrikje Wouters, die in Oene kerkte, verongelukte. Die zondag, 15 april 1973, ging ds. Doornenbal voor het laatst in zijn leven voor. Het was een dienst waarin 18 nieuwe lidmaten werden bevestigd. De tekst voor de preek was Mattheüs 16:24. In mei en juni 1973 lag ds. Doornenbal voor onderzoek in het Julianaziekenhuis in Apeldoorn. Hij bleek een verweking van zijn hersenen te hebben, waardoor extra vocht werd geproduceerd. In de herfst van 1973 ging hij met vervroegd emeritaat. Op 16 april 1975 overleed ds. Doornenbal. Ds. P. Koeman, de opvolger van ds. Doornenbal in Oene, leidde de rouwdienst in Oene. Aan het graf van Doornenbal las ds. Koeman Psalm 72. Nadat hij daarover gesproken had en de geloofsbelijdenis had uitgesproken, beëindigde hij de bijeenkomst met gebed. Daarna klonk over de begraafplaats in de bossen Psalm 68:10 berijmd: “Geloofd zij God met diepst ontzag.”

Opvallend was ds. Doornenbals enorme brede blik, die hem boeken van allerlei theologische richtingen deed lezen. In zijn preken was daarom niet alleen bevinding te vinden, maar ook mystiek, romantiek, literatuur, psychologie en melancholie. Diepe indruk op de dominee heeft het leven en werk van Therese van Lisieux gemaakt, een Franse non die al op 24-jarige leeftijd overleed. Net als ds. Doornenbal geloofde Therese in en verlangde zij naar de gemeenschap der heiligen. Voor Doornenbal is er maar één kerk: één heilige, algemene Christelijke Kerk, de gemeenschap der heiligen! Op het graf van ds. Doornenbal staat de tekst uit Openbaring 7:14-15. Ds. Doornenbal is altijd eenzaam geweest, niet alleen omdat hij ongetrouwd door het leven ging. Doornenbal voelde zich regelmatig eenzaam en verlaten in het gemis van zijn Heiland. Dan zaaide hij bedrukt met tranen van heimwee, maar soms mocht hij even terugkomen. Dan was Jezus er nog en Hij zei tegen hem: “Je hebt het juist gedaan, want dit is je opdracht.” Nu mag ds. Doornenbal voorgoed terug zijn bij de Heere Jezus. Hij heeft zijn opdracht vervuld, de grote verdrukking is voorbij, zijn klederen zijn gewassen in het bloed van het Lam en waarnaar hij verlangd had, is werkelijkheid geworden: hij die zo’n heimwee heeft gehad, is Thuis.

Machiel Lock, november 2020.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten