maandag 1 juni 2020

Pinksteren

Vandaag is het Tweede Pinksterdag, 7 weken na Pasen. Tijdens het pinksterfeest gedenken we de uitstorting van de Heilige Geest. Deze uitstorting staat beschreven in Handelingen 2. Vandaag heb ik dit hoofdstuk nog eens gelezen, en vooral vers 21 treft me, waarin we lezen dat Petrus zegt: "En het zal zijn dat een ieder die de Naam van de Heere aanroept, zalig zal worden." Voor "aanroepen" staat in de grondtekst - het Grieks - ἐπικαλέσηται, een aoristusvorm van ἐπικαλέω. Het werkwoord ἐπικαλέω komt in de 27e editie van Nestle-Aland 30 keer voor in het Nieuwe Testament, waarvan 20 keer in het Bijbelboek Handelingen. In het Grieks lezen we voor "zalig zal worden" σωθήσεται. Dit is een toekomende tijdsvorm van het werkwoord σῴζω. Dit werkwoord komt in het Nieuwe Testament het meest voor in het evangelie naar Lukas. Ook o.a. in Johannes 3:17 komt het voor. We lezen hier over het motief van God om Zijn Zoon naar de wereld te zenden: dit heeft als doel dat de wereld door Hem behouden oftewel gered, zalig zal worden. In Romeinen 10:13 lezen we vrijwel precies dezelfde tekst als in Handelingen 2:21. Calvijn haalt in zijn commentaar op Handelingen 2:21 o.a. Psalm 65:3 aan. Hij schrijft daarbij dat daarom niemand uitgesloten is van het aanroepen van God, niets weerhoudt ons om de poort van redding binnen te gaan dan alleen ons ongeloof. Het in eerbied aanroepen van Zijn Naam is ook het doel waartoe God ons gemaakt heeft. We zijn geschapen om God te verheerlijken en om ons in Hem te verheugen. Zo zet de Westminster Confessie in en dat is ook geheel duidelijk vanuit Gods Woord.

In vers 1 van Handelingen 2 lezen we een vorm van het zelfstandig naamwoord πεντηκοστή, dit betekent de 50e, in onze taal is dit woord "pinksterfeest" gaan heten. In het Oude Testament was het pinksterfeest een oogstfeest. In CNT staat: "Het is het feest waarop de eerstelingen van de oogst met begeleidende offers aan God worden aangeboden (Leviticus 23:15-21; Numeri 28:26-31)." De NICNT vermeldt dat het pinksterfeest onder de Hebreeuws en Aramees sprekende Joden bekendstond als het wekenfeest (zie Exodus 34:22a, Deuteronomium 16:10) en ook als de dag van de eerstelingen (zie Numeri 28:26; vergelijk Exodus 23:16a), omdat op die dag de eerstelingen van de tarweoogst (zie Exodus 34:22a) aan God werden geschonken. BECNT: "Pinksteren was jaarlijks één van de drie joodse pelgrimsfeesten in Jeruzalem, wat verklaart waarom mensen met zoveel nationaliteiten aanwezig zijn (zie Hand. 2:9-11)." Het pinksterfeest was dus een heel goed moment voor de uitstorting van de Heilige Geest. De Heere zorgde toen voor een rijke oogst (!) van velen die zich tot Hem bekeerden. Op één dag kwamen ongeveer 3000 mensen tot het geloof dat Jezus Christus de eniggeboren Zoon van God is, zie Hand. 2:41. In de verklaring van Matthew Henry op Handelingen 2 las ik een mooi gedeelte over het uitstorten van de Heilige Geest op ons: als we deze uitstorting wensen, heb elkaar dan lief, dat zal ongetwijfeld onder de apostelen - ondanks hun verschillen onderling - ook het geval zijn geweest. Daarbij mag ik er wel aan toevoegen dat de liefde tot God hiervoor ook onmisbaar is. Daarin schieten we in dit leven wel tekort. Maar de Heere heeft nog nooit iemand afgekeurd die om Zijn genade gesmeekt heeft. Lees o.a. Psalm 145:18: "De HEERE is allen nabij die Hem aanroepen, allen die Hem aanroepen in waarheid." In de Septuaginta (LXX)  een Griekse vertaling van het Oude Testament, de meest gebruikte Bijbelvertaling in de vroegchristelijke kerk  van deze Psalm lezen we hier voor "aanroepen" ἐπικαλουμένοις, van het werkwoord ἐπικαλέω, hetzelde werkwoord dus als in Handelingen 2:21 voor "aanroepen" wordt gebruikt. Psalm 145 is een Psalm waarin David Gods goedheid en grootheid bejubelt. De Psalm is een oproep voor ons om dat ook te doen. Ik wens u een gezegende pinksterfeest toe.

Machiel Lock

Geen opmerkingen:

Een reactie posten